Wouter Lutkie – Sociaal en politiek bewogen
Wie was Wouter Lutkie? Waar kwam hij vandaan en wat hield hem bezig? In dit artikel – dat qua omvang in de verste verre geen recht doet aan de boeiende levensloop van de priester-publicist – geven we een beeld van zijn leven tot het moment dat in 1944 het oorlogsgeweld zich in Nuland aandiende.
Ongetwijfeld is er geen enkele periode in de geschiedenis waarin zoveel dagboeken zijn geschreven als in de Tweede Wereldoorlog. Wereldberoemd is het dagboek van Anne Frank, maar ook vele anderen vertrouwden hun interpretaties van die bange dagen toe aan het papier. Ze hadden een groot historisch besef of zochten juist afleiding. Even weg uit het zware leven vol angst, ellende en onderdrukking. Even het accent op de spaarzame leuke momenten.
Man met historisch besef
Voor Wouter Lutkie gold zonder meer dat hij een groot historisch besef had. ‘Ja, ge zoudt ertoe moeten overgaan, naast de data, ook de uren te noteren. Van uur tot uur nieuwe sensaties, nieuwe gebeurtenissen’, schrijft Lutkie aan het begin van zijn dagboek. Het was voor hem een vanzelfsprekendheid. Het potlood en de typemachine behoorden tot zijn eerste levensbehoeften. Als klein jongetje al las hij ingewikkelde boeken, dacht hij na over het leven en voerde hij correspondenties met een groot aantal mensen; van familieleden tot intellectuelen.
De Nulanders die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt zullen Wouter Lutkie ongetwijfeld gekend hebben. Hij woonde in de grote witte villa aan de Duijn en daelseweg, samen met Cees Ras en Maria Ras-van den Eerenbeemt. Mensen keken tegen hem op, letterlijk en figuurlijk. Lutkie was een lange statige man met een dikke bos wit golvend haar. Hoewel zeer vriendelijk, straalde hij altijd een zeker overwicht uit. Natuurlijk, hij was priester. Maar er was meer, een gevoel van verhevenheid. Het was de aristocratie tegenover het volk.
Onbekende voor vele Nulanders
Mede door die afstand is er slechts een kleine groep Nulanders die Lutkie echt goed heeft gekend. Dat zijn met name de mensen die met hem het erf deelden en die bij hem en de familie Ras werkten. Daarnaast had hij ook veel contact met de familie Dirks en de zusters in het Sint- Martinusklooster aan de Kerkstraat. Hij voerde als ambteloos priester bijna dagelijks de mis op. De meesten kenden alleen zijn verschijning en wisten dat hij iets met het fascisme had. Een korte levensbeschrijving en een antwoord op de vraag waarom hij het grootste deel van zijn leven juist in Nuland doorbracht is dan ook op zijn plaats.
Geboren in ‘s-Hertogenbosch
Wouter Lutkie werd op 23 februari 1887 geboren als oudste zoon van Leonardus Lutkie en Maria van den Heuvel. Het gezin woonde in ’s- Hertogenbosch op de hoek van de Visstraat en de Orthenstraat. Vader Leo was handelaar in huiden. Zowel vader als moeder Lutkie waren afkomstig uit welgestelde families. Leonardus Lutkie was afkomstig uit een geslacht van handelaren en fabrikanten. Wouters grootvader van moederszijde was fabrikant in kunstboter en zat een tijd lang in de gemeenteraad van Den Bosch.
Naar kostschool in Oudenbosch
Het gezin Lutkie was streng katholiek. Toen Wouter negen jaar oud was werd hij naar Oudenbosch gestuurd, waar hij op kostschool ging bij het instituut Saint Louis. Later volgden zijn jongere zussen Maria en Anne en zijn broertje Leo ook de weg naar West- Brabant. Wouter zelf bleef tot 22 augustus 1900 in Oudenbosch. Die dag vertrok hij naar Nijmegen om te gaan studeren aan de middelbare Handelsschool.
Lang is hij daar niet gebleven. Al na twee jaar moest hij de studie opgeven omdat zijn vader langdurig ziek was en er daardoor thuis onvoldoende brood op de plank kwam. Wouter ging aan de slag in de autobandenfabriek van zijn oom in Bussum, maar gaf al snel te kennen weinig voor het zakenleven te voelen. Een bittere pil voor zijn ouders, want die zagen in Wouter de opvolger van zijn vader in de lederhandel. Zowel vader als moeder Lutkie waren afkomstig uit welgestelde families. Leonardus Lutkie was afkomstig uit een geslacht van handelaren en fabrikanten. Wouters grootvader van moederszijde was fabrikant in kunstboter en zat een tijd lang in de gemeenteraad van Den Bosch.
Esperanto
Omdat hij nauwelijks bevrediging vond in zijn werk, ging Wouter op zoek naar andere mogelijkheden om zich te ontplooien. Zo studeerde hij wijsbegeerte, was hij in 1909 medeoprichter van de Nederlandse Katholieke Esperantistenbond en hield hij zich bezig met drankbestrijding. In 1907 – hij was toen twintig jaar oud – publiceerde hij zijn eerste werk: Wereldtaal.
Vijf jaar later, in 1912, heeft de grote omwenteling in Lutkies leven plaats. Hij besluit dat hij priester wil worden en gaat naar het kleinseminarie in St. Michielsgestel. Hij heeft zich dan al jaren verdiept in het katholicisme en daarover een duidelijke mening ontwikkeld. Ook over het toenmalige democratische staatsbestel heeft Lutkie op dat moment al een duidelijke mening. In ‘Van Toorop naar Mussolini’, een boek dat Lutkie in 1928 publiceerde, schreef hij daarover: “alles te verdedigen en te herstellen, wat de revolutie van 1889 aangevallen en vernield heeft: staat, orde, gezag, discipline, gemeenschap, hiërarchie, traditie en familie, godsdienst en kerk.” Van het democratische principe dat de meerderheid bepaalt, moest hij niets hebben.
Mussolini en fascisme
Het was voor Lutkie dan ook een openbaring dat Mussolini in 1922 de macht in Italië greep en het fascisme zijn intrede deed. Het fascisme van de Italiaanse dictator bood dé oplossing voor de crisis waarin het Nederlandse staatsbestel volgens Lutkie verkeerde. Korte tijd later was Lutkie de grote voorvechter en propagandist van het katholiek fascisme in ons land. Door heel het land steunde hij initiatieven van met name jonge katholieken om fascistische groeperingen op te richten. Initiatieven overigens, die nagenoeg stuk voor stuk geen lang leven waren beschoren. Onderlinge twisten en geruzie zorgden telkens weer voor een vroegtijdig einde van partij of groepering. Lutkies vrijages met het Italiaans fascisme deden zijn verhouding met de katholieke kerk geen goed. Met mgr. Diepen, bisschop van Den Bosch, leef de hij vrijwel voortdurend in onmin. Daarbij heeft ongetwijfeld ook Lutkies leeftijd een rol gespeeld. Hij was 32 jaar oud toen hij priester werd gewijd, had al veel van de wereld gezien en liet zich niet zonder meer de wet voorschrijven. Diepen leek zich daarvan bewust, want hij plaatste Lutkie als kapelaan in het onbeduidende Gemonde. Zodat hij daar weinig kwaad kon doen.
Vakantie in Nuland
Gemonde bleek te onbeduidend voor Lutkie. Hij had het er totaal niet naar zijn zin. Toen hij in 1921 last kreeg van reuma vroeg hij Diepen om vakantie. Eind dat jaar vertrok hij naar Nuland waar hij introk bij het bevriende echtpaar Ras-van den Eerenbeemt. De Nulandse bossen deden Lutkie goed. Het beviel hem zelfs zo goed dat hij in maart 1922 Diepen verzocht hem te ontslaan als kapelaan van Gemonde en hem voorlopig te ontheffen uit alle kerkelijke ambtsbediening. In het begin woonde hij in een klein huisje bij villa Duin en Dael, dat hij Soli Deo (= voor God alleen) doopte. Het huisje stond tussen twee boerderijen ingebouwd. Voor eten en verder onderhoud kon hij een beroepdoen op de villa en de pastorie. Ook mocht Lutkie de mislezen, soms in de kerk, maar meestal bij de zusters. Het ontbijt en de rest van de ochtend genoot hij op de pastorie. “Verder speel ik rektor over de plaatselijke zusterkes”, schreef hij in een brief aan zijn ouders.
Werken in alle rust
De omgeving van Soli Deo bleek de ideale omgeving voor Lutkie. In alle rust kon hij aan zijn publicaties werken. En hij had er alle ruimte om gelijkgestemde gasten uit binnen- en buitenland te ontvangen. Al snel was Lutkie een vaste waarde op het landgoed aan de Duijn en Daelseweg, waar hij samen met Maria Ras-van den Eerenbeemt het hoogste woord voerde.
In 1930 richtte Lutkie samen met enkele gelijkdenkenden het tijdschrift Aristo- op. Het blad werd gebracht als literair tijdschrift, maar verwerd al snel tot de spreekbuis van het fascistisch gedachtengoed in Nederland.
Let wel, het Italiaans fascisme. Van Hitler en het nationaal-socialisme moest Lutkie niets hebben. Ook niet toen Mussolini aansluiting zocht bij Hitler en ze samen de Tweede Wereldoorlog ontketenden. Wel is hem altijd kwalijk genomen, dat hij op dat moment geen afstand heeft genomen van Mussolini en zijn gedachtengoed. Pas op latere leeftijd heeft Lutkie toegegeven dat Mussolini, net als alle politici, fouten heeft gemaakt, eigenbelang nastreefde en toch bij nader inzien niet zo ideaal was als hij vroeger meende.
Soli Deo Werken
Wie denkt dat Lutkie zich ten opzichte van de Nulanders als een kluizenaar gedroeg, heeft het mis. Ik vertelde al dat hij zeer regelmatig voorging bij de mis in het klooster. Maar hij deed meer. Begin jaren dertig begon hij met zijn zogenoemde Soli Deo Werken. Dat hij sociaalvoelend was, had hij al laten zien met zijn werk voor de drankbestrijding. Met de Soli Deo Werken deed hij daar nog een flinke schep bovenop. Deze werken bestonden uit het helpen van de bevolking in de breedste zin van het woord. Boeren, arbeiders, werklozen; iedereen kon bij hem aankloppen voor hulp. Soms ging het om geld, maar meestal vroegen de mensen om bemiddeling of advies. Lutkie had immers ontzettend veel contacten en wist altijd wel iets voor elkaar te krijgen. Zo hielp hij mensen die waren opgepakt vanwege het illegaal slachten van een varken en legde hij contacten voor mensen die een advocaat nodig hadden.
Lintje voor pastoor van Iersel
Aardig om in dit kader te vermelden is ook dat pastoor Van Iersel dankzij de inspanningen van Lutkie werd onderscheiden toen hij op 22 mei 1930 vijftig jaar priester en twintig jaar pastoor van Nuland was. In een brief aan zijn vriend Henri van Haastert schrijft Lutkie: ‘…Al dien tijd adviseur van Boerenbond, Boerenleenbank, Zuivelfabriek. En het oude geloof bewaard in zijn parochie, dewelke ook volkomen vrij gehouden van bolsjewistische smetten. Zoudt ge geen kans zien, hem een klein lintje te bezorgen? ’n Heel kleintje is al genoeg. – Zelf geeft ie er natuurlijk niks om, maar de parochie zou er wat trotsch op zijn…’.
Oorlogsdagboek
Ook het oorlogsdagboek getuigt er natuurlijk van dat Lutkie zich het leed en leven in Nuland erg aantrok. Het is een prachtig document voor de Nulandse geschiedschrijving. Niet alleen vanwege de minutieuze beschrijving, maar zeker ook vanwege het brede kader waarin hij de gebeurtenissen in en rondom Nuland plaatst. Waar de oorlog voor de meeste Nulanders niet verder reikte dan de ellende rondom eigen huis en haard, was het voor Lutkie het resultaat van een internationaal politiek steekspel, waarbij Hitler de wereldmacht in handen wilden krijgen. Juist de combinatie van beschrijving en beschouwing maken dit dagboek uniek.
Wouter Lutkie
23 februari 1887: geboren in ’s-Hertogenbosch
september 1912: kleinseminarie in St. Michielsgestel
14 juni 1919: priester gewijd, kort daarna kapelaan in Gemonde bij Boxtel
6 juni 1922: voorlopige verhuizing naar Nuland
11 mei 1927: eerste ontmoeting met Benito Mussolini
juni 1930: oprichting tijdschrift Aristo
november 1943: Aristo- wordt door de Duitse bezetters verboden
23 januari 1968: gestorven in Nuland op tachtigjarige leeftijd