Spoorzoeker 1 – Jaargang 26
Commissionair in varkens
Binnen de hedendaagse voedselindustrie is een beroep als commissionair in slachtvarkens nauwelijks ondenkbaar. Maar in de eerste helft van de vorige eeuw speelde de commissionair een belangrijke rol bij de aanvoer van varkens bij de slachterijen. Marinus van Nistelrooij was zo’n commissionair. Samen met zijn vrouw Nelleke Gloudemans staat hij centraal in de nieuwe Spoorzoeker.
Het beroep van Marinus – hij was een soort tussenpersoon tussen de varkenshouders en de slachterijen – maakte dat hij veel van huis was. Niet ver weg, maar wel altijd op de fiets onderweg naar boeren en burgers die slachtvarkens in bezit hadden. Voorzichtige berekeningen laten zien dat hij tussen 1930 en 1960 alles bij elkaar meer dan 120.000 kilometer heeft afgelegd, een afstand die vergelijkbaar is met drie keer de omtrek van de aarde.
Terwijl Marinus aan het werk was, zorgde Nelleke dat thuis alles bleef draaien. Dat wil zeggen dat ze al het werk op de boerderij en in het huishouden deed en voor het gezin zorgde. Marinus en Nelleke kregen vijf kinderen; vier jongens en een meisje. Het gezin woonde lange tijd aan de Schotsheuvel. Zoon Hein had jarenlang een taxibedrijf in Nuland.
Meester Appel
In de Spoorzoeker besteedt Peet Kappen aandacht een Cornelis Appel, die begin negentiende eeuw een aantal jaren les gaf aan de Nulandse school. De uit het Zeeuwse Oosterland afkomstige Appel blijkt een uitmuntende leraar geweest te zijn. Zowel bij de inspecteur als de lokale overheid was men steeds vol lof over Appel, die overigens niet alleen les gaf. Voor zijn salaris moest hij ook de doden begraven, de kerkklok luiden en was hij verantwoordelijk voor het uurwerk in de gemeentetoren.
Een goede buur…
In de eerste Spoorzoeker van 2013 besteedt de redactie verder aandacht aan de relatie tussen Nuland en haar buurgemeenten. In dit zesde deel uit de artikelenreeks gaat Ad van den Bosch in op de regelmatige spanningen tussen Geffen en Nuland. Zo waren er in het verleden regelmatig onderlinge conflicten over de armenzorg en over kwaliteit van de dijken. De scherpe kantjes gaan er pas af na de Tweede Wereldoorlog, zo stelt Van den Bosch in zijn artikel vast.